Featured

Je dochter, je partner verliezen

Ieder jaar overlijden vrouwen als gevolg van HELLP/pre-eclampsie. Een vrouw die sterft tijdens de zwangerschap of rond de baring van haar kind; we zijn dat de laatste vijftig jaar steeds meer gaan ervaren als uitzonderlijk. Soms is de doodsoorzaak heel direct aanwijsbaar door een embolie, een niet te stoppen bloeding of een andere medische complicatie. In andere gevallen is de oorzaak minder aanwijsbaar. In alle omstandigheden geldt de dood van een vrouw die op het punt staat het leven door te geven aan haar kind als een schokkende gebeurtenis. Professionals die machteloos staan tegenover de opgetreden complicaties bij hun zwangere patiënte, dierbaren die vertwijfeld achterblijven en een pasgeboren baby die zal opgroeien zonder moeder. Hoe is het voor een partner om zijn vrouw te verliezen en met een pasgeboren baby achter te blijven? Hoe is het voor ouders om een kleinkind te krijgen en je dochter te moeten afstaan? Welke rol kunnen professionals voor nabestaanden vervullen in zo'n situatie en waar liggen eventuele verbeterpunten?

Veelzeggend zwijgen tussen de stiltes
'Een uitwaaierende gebeurtenis met enorm veel impact.' Met die woorden probeert Gerda, Harrie's huidige echtgenote, te illustreren hoezeer die ene dag in 2002 nog altijd hun leven kleurt. Ondanks het feit dat er jaren verstreken zijn, ondanks Harrie's nieuwe start met een nieuw huwelijk, ondanks zijn aard van 'vooruit zien en doorgaan'. Die novemberdag in 2002 waarop zoon Jelmer werd geboren en zijn vrouw Hiske overleed aan een plotseling opvlammende HELLP. Geen dag gaat voorbij dat hij er niet aan denkt. Aan toen, aan wat er mis ging. Maar ook: aan wie zijn vrouw Hiske was. Krachtig en opgewekt, een levenslustige jonge vrouw van 32 die als projectleider bij de KEMA werkte. Sportief en ondernemend; gek op tuinieren en allergisch voor het huishouden. Als triatlonatlete beoefende ze het hardlopen, zwemmen en fietsen met hartstocht. Trouw deed ze haar trainingsrondjes op de club. Ze wist zelfs een kwart triatlon te volbrengen. Tot ze viereneenhalve maand zwanger was, deed ze nog mee met de training.

Haar zwangerschap verliep voorspoedig, los van de gebruikelijke kwaaltjes zoals misselijkheid en vermoeidheid. Wel kampte ze de laatste weken met een oplopende bloeddruk waardoor ze wat vaker op controle moest komen. Op zaterdag 23 november werd Hiske 's nachts wakker met weeën en al vlot waren ze in het ziekenhuis waar om 6.18 uur zoontje Jelmer werd geboren. Kerngezond en met een gewicht van ruim zes pond. Een opgetogen Hiske meldde in de vroege ochtend haar ouders telefonisch het goede nieuws. Greetje, Hiskes moeder vertelt: 'Hiske belde ons in de vroege ochtend. Dolgelukkig klonk ze en alles was goed. Wij maakten al aanstalten om naar Doetinchem af te reizen om het jonge ouderpaar te zien.' Rond twaalven veranderde de situatie plotseling dramatisch. Harrie: 'Opeens werd ze niet goed. Ontzettende hoofdpijn kreeg ze. Ze had Jelmer op de arm toen ze moest overgeven. Alles kwam eruit. Ze voelde zich beroerd, tot niets meer in staat. Verder begon ze te vloeien. Niet te stoppen gewoonweg. Ik nam Jelmer van haar over.' Alle alarmbellen begonnen te rinkelen bij artsen en verpleegkundigen. Ze doen wat ze kunnen. Hiske's ouders worden door Harrie op de hoogte gebracht. Greetje: 'Rond het middaguur belde hij, heel ontdaan. Het ging helemaal niet goed met Hiske en het was beter als er geen bezoek kwam. We hebben haar toen kort gesproken en ze klonk erg ellendig. Ze vond het ook erg bezwaarlijk als wij het hele eind nog moesten rijden, het was immers een paar uur rijden. Uiteindelijk zijn we toch in de auto gestapt.' De artsen probeerden met man en macht het bloeden te stelpen, tevergeefs. Halsoverkop werd Hiske meegenomen naar de IC.' Verbouwereerd bleef Harrie achter met hun pasgeboren zoon in zijn armen. 'Achteraf staat me niet alles helder meer voor de geest. Het gebeurde allemaal in zo'n duizelingwekkend tempo. Niet bij te benen. Ik belde mijn ouders, een goede vriendin. Iedereen schrok. Ik wist eigenlijk niets te melden. Behalve dan dat het helemaal mis was.'

Hiske's ouders Greetje en Henk van Dijk beleefden net als Harrie angstige uren.
'Toen we aankwamen werden we meteen opgevangen bij de kraamafdeling. Hiske was zojuist naar de IC gebracht. Ze vertelden ons dat ze een lichte narcose had gekregen opdat haar lichaam tot rust kon komen. Vervolgens werden we bij onze schoonzoon en de pasgeboren Jelmer gebracht. Harrie zat er zo verslagen bij. Hij kon het amper bevatten allemaal. Net als wij. Voor onze kleinzoon hadden we niet eens zoveel aandacht. Onze bezorgdheid om Hiske overvleugelde alles op dat moment. Ik heb Jelmer wel vastgehouden en er is een foto gemaakt, maar het voelde heel onwezenlijk. Kennismaken met de baby, het klinkt misschien raar, maar het zegt je weinig in zo'n situatie.' Korte tijd later brachten de artsen het slechte nieuws. Hiske bleek een hersenbloeding te hebben gehad die zo ernstig was dat ze in feite hersendood was. Haar man en haar ouders kregen in een kamertje apart te horen dat er niets meer aan te doen was. Greetje: 'De neuroloog meldde ons dat door de fatale hersenbloeding alle belangrijke functies waren uitgevallen. Klinisch was ze al dood. Dan heb je echt het gevoel dat je gek wordt.' De artsen waren onthutst, zo herinnert Harrie zich. ''Ze is ons ontglipt' zeiden ze.'

Die vijftien uur tussen Jelmers geboorte en Hiskes overlijden gingen in een roes voorbij. 'Zo heb je samen een kind, zo ben je je vrouw kwijt en blijf je met je kind achter.' Overweldigd door de gebeurtenissen. Greetje: 'Besef van tijd heb je al helemaal niet meer. 's Ochtends krijg je een kleinzoon en nog voor middernacht verlies je je dochter.' Voor Harrie breekt een onwerkelijke periode aan. Er was zoveel te doen dat hij amper de tijd heeft om na te denken of te voelen. Handelen, dat is wat hij doet. Aangifte van geboorte van zijn zoon, aangifte van overlijden van zijn vrouw. De zorg voor Jelmer, het regelen van de crematie. Wat hij zelf kan doen, doet hij zoveel mogelijk, waar nodig met hulp van familie en vrienden. Met volle aandacht, geconcentreerd, en tegelijkertijd op de automatische piloot. 'Het was alsof ik een deel van mezelf had uitgeschakeld. Ik was er bij in volle bewustzijn en toch ook weer niet. Later heb ik wel eens gedacht dat ze niet die 24e november is overleden, maar de 25e. Dat was niet zo, maar ik was het besef van tijd kwijt. Alles gebeurde zo snel en tegelijkertijd leek de tijd stil te staan en verkeerde ik in een soort vacuüm. Alsof je in een kom zit en door het glas kijkt naar wat je gebeurt, terwijl je je de vraag stelt: Ben ik dit? Gebeurt mij dit? Onwerkelijk en onbegrijpelijk.'

Het verhaal van Hiske is hoewel zeldzaam, niet uniek. Ieder jaar overlijden vrouwen als gevolg van complicaties in de zwangerschap. Ernstige pre-eclampsie of HELLP is vaak de oorzaak. IC-verpleegkundige Maria V. herinnert zich een patiënte die net als Hiske ogenschijnlijk vanuit het niets ernstig ziek werd: 'Twee dagen na een keizersnede kreeg een mevrouw plotseling een hevige niet te stoppen bloeding. Volkomen onverwacht is iemand opeens in levensgevaar. Drie uur lang zijn we bezig geweest met reanimeren in een poging haar leven te redden, helaas zonder resultaat. Die mevrouw is uiteindelijk overleden. Haar man was bij die reanimatie aanwezig en heeft dus met eigen ogen gezien hoe zijn vrouw eraan toe was en wat er allemaal gebeurde. Verschrikkelijk natuurlijk om te zien en mee te maken. Je vrouw zo ziek, badend in het bloed, en opeens is ze er niet meer. Heel naar en confronterend.'

Maria benadrukt dat hoe confronterend ook, er een andere kant zit aan dit van dichtbij zo mee te maken. 'Deze man heeft wel het proces meegemaakt, de reanimatie van zijn vrouw gezien en ervaren hoe machteloos de artsen en verpleegkundigen stonden tegenover de situatie. Het is naar om erbij te zijn, maar wellicht is het nog erger drie uur lang in een kamertje vertwijfeld te zitten wachten op wat er in hemelsnaam met je vrouw aan de hand is. Dat werkt ook heel vervreemdend.'

Empathie en begrip
Bij professionals groeit steeds meer de overtuiging dat partners of naaste familieleden nauw betrokken horen te zijn bij wat er met de patiënte gebeurt. Zeker als de patiënte dreigt te overlijden. Behalve feitelijke kennisoverdracht over de medische toestand van de patiënte liggen empathie en het tonen van begrip aan de basis van succesvolle communicatie. Een hand op de schouder kan al veel betekenen. Verpleegkundige Maria vertelt hoe zij er voor de partner en naaste familie probeert te zijn. 'Daarbij neem ik het initiatief. Ik vertel de partner bijvoorbeeld dat hij rustig dicht bij zijn vrouw mag zitten om afscheid te nemen. Of ik plaats er een bed bij voor de partner. Soms wordt er in eerste instantie wat aarzelend op gereageerd, maar heel vaak blijkt in de praktijk dat mensen het fijn vinden zo dicht bij hun geliefde te kunnen zijn. Het bevordert het proces van afscheid nemen en in feite komt er al een begin van verwerking voor de nabestaanden op gang.' Geen mens is hetzelfde en dat geldt ook voor partners van ernstige zieke patiënten. Een pasklaar recept lijkt daarom niet voorhanden. Hoe ontwikkel je je vermogen om te zien wat die ene persoon in dit individuele geval nodig heeft? Maria volgt vooral haar gevoel en intuïtie: 'Op grond van jarenlange ervaring krijg je vanzelf wel wat kijk op mensen en op hun gedrag. Per definitie is er sprake van een crisissituatie op de IC. Mensen staan onder stress en handelen anders dan dat ze in het dagelijks leven zouden doen. Sommige mannen bijvoorbeeld vallen helemaal stil als hun vrouw zo ziek is. Ze zijn in shock, lijken wel robots, functioneren volledig op de automatische piloot. Anderen zijn heel druk in de weer, hollen tussen de IC en de couveuseafdeling heen en weer. Ook dan kan het goed zijn ze even apart te nemen voor een gesprek, vragen hoe het met ze gaat.' Maria stelt zonder het concreet te noemen, het begrip aandacht centraal. Een luisterend oor, een begrijpend gebaar, het zijn deze 'kleine' dingen die het doen in het proces van communicatie. Ze is er voor partners en probeert hen bij de situatie te betrekken. 'Ik geef mannen ook wel het advies om een dagboekje bij te houden. Dat kan voor hemzelf nuttig zijn, om wat te schrijven, je gedachten te ordenen.' Een gouden advies, aldus Greetje: 'De verpleegkundigen namen meteen het initiatief om een dagboekje te starten voor Jelmer, samen met Harrie. Dat is fijn om te hebben, ook voor later.'

Praktische steun en structuur
Deze zorgzame opstelling van de professionals voor het welzijn van zijn zoon bood Harry praktische steun en structuur. Emotionele steun te vinden bleek voor Harry een stuk lastiger. De uitzonderlijke omstandigheden van zijn situatie maakten het er voor Harrie niet eenvoudiger op deze emotionele steun te vinden en te accepteren. Zo stond in de krant de rouwadvertentie van Hiske's direct onder de geboorteaankondiging van Jelmer. Het riep de nodige reacties op. Harrie: 'Sommigen zeiden dat ik het kind wel aan mijn schoonouders zou overdoen. Ik kon er immers niet voor zorgen. Ongelooflijk veel pijn deed me dat. Nooit heb ik eraan getwijfeld of Jelmer bij mij zou blijven. Het is ons kind! Hij hoort bij mij.' Ook Hiske's ouders krijgen opmerkingen die hen pijnlijk treffen. Greetje: 'Ik herinner me nog dat vlak na Hiske's overlijden iemand tegen me zei: 'Heeft hij er afstand van gedaan, of komt het kind bij jullie in huis?' Dat heeft me zo gekwetst. Harrie heeft er nooit over getwijfeld dat hij voor Jelmer zou zorgen. Met heel zijn hart heeft hij daarvoor gekozen. Mensen hebben snel hun mening klaar.' Zij vertegenwoordigen het type mensen dat zoals Harrie het noemt 'graag vooraan staat'. De mensen die voornamelijk door nieuwsgierigheid of medelijden worden gedreven. 'Vooral willen tonen hoezeer zij begaan zijn met mij. Ze staan vooraan met het strooien van oordelen en adviezen waar je geen bal aan hebt. Zoals de opvatting dat Jelmer bij familie moest worden ondergebracht. Voor dat soort gedrag heb ik razendsnel een antenne ontwikkeld. Het maakte me kopschuw in contacten.' Op de video van de crematie, door Harrie overigens nooit teruggezien, zag Gerda hiervan de voortekenen. 'Wanneer mensen hem naderden bij het condoleren, zette hij prompt een stap achteruit. Mensen die probeerden fysiek contact te maken door een hand op zijn schouder te leggen, werden door Harrie geweerd. Alsof hij wilde zeggen: "Kom niet dichterbij." Hij ontweek ze.

Uitvaartplechtigheid
Hiske's moeder vertelt hoe indrukwekkend zij de uitvaartplechtigheid van haar dochter vond. 'Met mooie woorden over haar en met muziek waar zij van hield. Onder meer Guns 'n Roses – November Rain.' Haar moeder droeg het gedicht 'de witte roos' voor. 'Hiske hield erg van witte bloemen en ze was dol op tuinieren', aldus Greetje. 'Ze deed liever de tuin dan de afwas. Geen grassprietje zat verkeerd bij wijze van spreken. Zij hadden een tuin met een pergola en het toppunt van geluk zou zijn als daar een ooievaar op zou staan waar ze samen met haar man Harrie naar kon kijken. Bewust hebben we daarom wél een ooievaar geplaatst in de tuin. Jelmer had er recht op en Hiske zou het zeker zo gewild hebben. Het wil niet zeggen dat het altijd even makkelijk was.' De ooievaar stond er maar helaas kon Hiske er zelf niet meer van genieten.

Menigeen verkondigde ongevraagd zijn mening over hoe Harrie zich op diende te stellen. Harry: 'Achteraf terugkijkend heb ik vooral het eerste jaar willen bewijzen dat ik wél voor Jelmer kon zorgen. Natuurlijk kostte het me soms waanzinnig veel energie. Achteraf weet ik niet altijd hoe ik het heb klaargespeeld, maar ik had nooit, nooit anders gewild.' Praktische hulp ontving hij van vrienden die trouw voor hem kookten. Verder logeerde Jelmer iedere zaterdag bij een bevriend stel. 'Zo kon ik een nacht per week goed doorslapen. Geweldig. Het voelde als een grote steun.'

Maar toch is er die andere kant. Harrie: 'Begrijp me goed, de vrienden die me met raad en vooral praktische daad terzijde stonden, waren geweldig. Ik voelde me daar heel rijk mee. Maar echt een luisterend oor, iemand die me echt begreep, dat had ik niet.' De willekeur van het lot dat zo'n vernietigende tik uitdeelt. Het was te groot, te veelomvattend. Dit gold in zekere zin ook voor de professionals die Harrie op zijn pad trof. 'Genoeg mensen die me wilden helpen, dat was het punt niet. Zag ik mezelf zitten tegenover zo'n maatschappelijk werkster. Hoorde ik mezelf braaf antwoorden op haar vragen. Ik merkte hoe lastig zo iemand het vond met mij in gesprek te zijn. Nee, dat hielp mij niet. Dan liever helemaal niet.' Harrie: 'Mensen wisten er geen raad mee. Als het mij gebeurt, dan kan het een ander ook treffen. Dat is bedreigend voor mensen. Ze wisten niet wat te doen.'

Flarden die terugkeren in de herinnering
'Joh, is het al weer zo veel jaar geleden? Wat gaat de tijd toch snel.' Bij het horen van zo'n opmerking haalt Harrie in gedachten meestal zijn schouders op. Soms loopt hij even weg, zonder iets te zeggen. Meestal hebben zijn gesprekspartners niet in de gaten hoezeer zo'n terloopse opmerking hem raakt. Onlangs kreeg een collega een tweeling. 'Alles goed gegaan?', vroeg iemand. De vanzelfsprekendheid dat het allemaal wel naar wens zal zijn verlopen, lag al in de vraagstelling besloten. Flitsen van herinneringen dringen zich op zo'n moment naar voren in zijn geheugen. Hoezo 'Alles goed gegaan?' Als geen ander weet hij hoezeer het fout kan gaan.

Betraande ogen in een vriendelijk gezicht. Een man aan een keukentafel in een nieuwbouwhuis, ergens in de Achterhoek. Flarden van gesprekken en gebeurtenissen schieten hem te binnen. Een veelzeggend zwijgen op momenten dat het hem te machtig wordt. Dan lacht hij door zijn tranen heen een klein, ontwijkend lachje. Zijn vrouw Gerda zit tegenover hem. Ze helpt hem de woorden te vinden, verwoordt zijn gevoelens, vult zijn verhaal aan. In zekere zin is zij de lotgenote bij wie Harrie de gehoor vond met zijn verhaal. Ook Gerda bleef achter met een baby, onder andere omstandigheden weliswaar, maar toch. De herkenning tussen beide lotgenoten was groot en er groeide liefde tussen hen. Met beide jongens Thom en Jelmer vormen ze nu een ogenschijnlijk normaal gezin met twee kinderen die ruim drie jaar schelen in leeftijd. 'Jelmer lijkt sprekend op u zeg', zo kreeg Gerda wel eens te horen. Ze liet het maar zo. Een veelbetekende blik naar Harrie was genoeg. Zij beiden weten hoe de vork in de steel zit. Soms is het beter om het te laten en geen uitleg te geven.

Lotgenoten
De kinderen groeien op als broertjes. Beiden hebben een ouder nooit gekend en zien hun stiefouder als 'eigen' ouder. Toch weten ze heel goed dat de een nóg een moeder heeft en de ander nóg een vader. Treffende illustratie hiervan is het eerste contact van Jelmer met zijn kleuterjuf. Zij vroeg nietsvermoedend aan Jelmer: 'Ben jij linkshandig, net als je moeder?' Hierop reageerde Jelmer: 'Eerst was Hiske mijn mama. Toen ging zij dood en nu is Gerda mijn mama.' Juf zat naar adem te happen. Daarna reageerde ze even naturel als Jelmer had gedaan. 'Kinderen nemen de situatie zoals die is. Het is zo. Dat is hun werkelijkheid. Zij doen er niet moeilijk over. Jelmer stelt vragen als hij iets wil weten. Informeert wanneer we weer Hiskes graf gaan bezoeken, want 'ze is toch bijna jarig?'

Daar waar Gerda de prater is, in volzinnen weet te benoemen hoe het met hen gaat, is Harrie de zwijger die zonder woorden uitdrukking geeft aan zijn gevoelens. Naar de een luister je, naar de ander kijk je. Zo spreken ze ieder op hun eigen manier. Samen hebben ze een manier gevonden om hun verleden een plek te geven. Niet door te vergeten of het er niet meer over te hebben. Integendeel. Door er bij stil te staan. Er wel over te praten, al is het soms hakkelend en zoekend naar de juiste formulering. Zwijgen tussen de stiltes, en daarmee veel zeggen. Gerda: 'Indertijd heb ik mijzelf aangemeld voor een cursus rouwverwerking. Intuïtief voelde ik dat ik het nodig had om bij wijze van spreken huilend over de vloer te kruipen. Dat heeft mij geholpen er doorheen te komen. Harrie heeft zoiets nooit gedaan.'

Gerda’s opmerking illustreert hoe verschillend mensen omgaan met ingrijpende gebeurtenissen in hun leven. Hulp van professionals wordt door de één actief opgezocht, daar waar de ander zich terughoudender opstelt. De uitgestoken hand in de vorm van gesprekken met een maatschappelijk werkster kwam in Harrie’s geval misschien wel te vroeg. Harrie’s immense verdriet, de zorgen om zijn pasgeboren zoon, de oordelende ‘adviezen’ die hij kreeg van sommige mensen; het was gewoonweg te veel. Dit alles in combinatie met zijn introverte karakter droeg wellicht bij aan het gegeven dat hij zich op dat specifieke moment niet echt kon openstellen voor gesprekken met een hulpverlener. De sensitiviteit waarmee hij haarscherp de onmacht van de desbetreffende professional aanvoelde, komt daar nog eens bovenop. Niet zo gek dat iemand dan bij zichzelf denkt tijdens zo’n sessie: ‘Wat zit ik hier eigenlijk te doen?’ Alle goede bedoelingen ten spijt was een later moment voor hem waarschijnlijk passender geweest. Wellicht dat hier een taak ligt voor een vertrouwd en redelijk laagdrempelige hulpverlener zoals de eigen huisarts. Tenslotte geldt ook hier: zoveel mensen, zoveel behoeften. Hierop in te spelen vraagt een fijnzinnig gevoel voor timing en inzicht in de draagkracht van de betreffende persoon. In Harrie’s situatie was het uiteindelijke resultaat dat hij zich afwendde van het professionele hulpcircuit. Gelukkig vond hij in de persoon van Gerda een liefdevolle en begripvolle partner bij wie hij zijn verhaal kwijt kon.

'Onze eerste kennismaking was wonderlijk. Mijn overleden man was een vroegere collega van Harrie. Ik kende Harrie vaag van gezicht. De rouwadvertentie van Hiskes overlijden was me opgevallen. Ronduit schokkend vond ik het: een geboorteaankondiging met direct daaronder het overlijdensbericht van de moeder van dit kind. Ik vond het zo erg voor hem. Bovendien voelde ik herkenning omdat ik zelf ook met een jong kind was achtergebleven. Na een half jaar dacht ik, ik schrijf hem een brief om mijn medeleven te tonen. Ook omdat ik uit ervaring wist dat mensen na verloop van tijd doorgaan met hun eigen leven. Begrijpelijk, maar juist na een tijdje heb je behoefte aan contact. Pas dan dringt de volle omvang van het gemis tot je door. Het werd een brief van twee kantjes waarin ik openhartig schreef over mijn eigen situatie en hoe ik hiermee om ging. En dat ik me afvroeg hoe het voor hem zou zijn. Nooit bij stilgestaan dat hij wel eens kon reageren.'

Harrie: 'Normaal gesproken had ik niet gereageerd. Niks voor mij. Maar deze brief maakte iets bij me los. Ik dacht: Eindelijk iemand die snapt hoe het is. Ik las 'm, herlas 'm en op een avond heb ik de telefoon gepakt en haar gebeld. Tot mijn eigen verrassing.'

Gerda: 'Ja, en de mijne! Ik schrok me een hoedje. Toch was er direct een klik. We hebben lang gepraat en ervaringen uitgewisseld. Uiteindelijk leidde dat tot een afspraak. Dat verliep eigenlijk zo ontspannen en als vanzelf. Onvoorstelbaar. Hij ging heel natuurlijk om met mijn zoontje Thom. Die twee mochten elkaar vanaf het eerste ogenblik. Op enig moment dacht ik zelfs: Hij is aardig, heel aardig. Nadat we dit uiteindelijk aan elkaar durfden te bekennen, ging het snel.' Harrie: 'Zoveel brieven heb ik niet gehad trouwens, in tegenstelling tot wat je misschien zou verwachten.' De willekeur van het lot dat zo'n vernietigende tik uitdeelt. Het was te groot, te veelomvattend.

Als lotgenoten vonden Harrie en Gerda elkaar en met hun huwelijksdag wilden ze markeren dat ze samen met hun kinderen een toekomst zagen. Een dag die met gemengde gevoelens werd beleefd. Gerda: 'Het voorgesprek met de ambtenaar van de burgerlijke stand herinner ik me als zeer emotioneel. We bespraken hoe we tijdens de plechtigheid wilden stilstaan bij Hiske en mijn man Philip. Dat stuk van ons leven hoorde erbij.'

Lastige momenten, toen en nu
Het betekende dat de ouders van Hiske bij de huwelijksvoltrekking op de eerste rij zaten. Een ereplek naast hun eigen ouders. Harrie: 'Vanzelfsprekend voor ons. We hebben Hiskes ouders gevraagd of ze dit aandurfden. Vereerd waren ze. Ontroerd voldeden ze aan ons verzoek. Een bijzonder emotioneel moment voor ons allemaal. Het klinkt misschien gek, maar als het niet geklikt had tussen Gerda en Hiskes ouders, dan was ik er niet eens aan begonnen.' Met een klein lachje vervolgt hij: 'Zelf had ik het liefst op de achterste rij gezeten. Ik zag er zo tegenop.'

Zo blijven er altijd lastige momenten. Toen en in het hier en nu. Harrie: 'Een moeder achter een kinderwagen. Slikken is dat voor mij. Dat blijft. En niet alleen voor mij.' Het eerste telefoongesprek dat Gerda met haar nieuwe schoonmoeder in spé voerde, onderstreept deze opmerking. Greetje en Henk waren net terug van kraamvisite bij hun andere zoon. Gerda: 'Greetje draaide er niet omheen. Ze benoemde direct waar het om ging en hoe ze zich erbij voelde: 'Zo had het kraambezoek aan Hiske en Harrie ook moeten zijn. Het doet pijn dat het zo niet is gegaan.' We gingen bij dit eerste contact meteen de diepte in. Typerend voor hoe het tussen ons gaat. We kunnen veel bij elkaar kwijt. Harrie is niet zo'n prater. Net als Henk. Mannen eigen? Misschien. Hoe dan ook heeft Greetje met haar open houding veel bespreekbaar gemaakt.

Het vieren van de verjaardag van Jelmer, een dag die tegelijkertijd de sterfdag van Hiske is. Het gegeven dat Jelmer tegen mij 'Mama' ging zeggen, terwijl Hiske natuurlijk zijn moeder is en blijft. Greetje stelt dat soort dingen gewoon aan de orde. Niet eenvoudig, zeker omdat het om gevoelskwesties gaat. Maar ze doet het. Heel dapper vind ik dat. Het helpt mij en Harrie in gesprek te komen en te blijven.'

Hiske's ouders Greetje en Henk van Dijk vertellen op hun beurt hoe zij deze periode hebben ervaren. 'Ineens is ze er niet meer. Onvoorstelbaar. We hebben na haar overlijden nog wel stukjes film gezien van wandelvakanties met de activiteitenclub van de KEMA. Heel emotioneel was dat om haar gezond en wel te zien genieten van het leven.' Later zijn we naar popconcerten geweest van bands waar zij van hield zoals Iron Maiden. Alsof je contact met haar hebt via de muziek. Meer in het algemeen helpt het om met haar bezig te zijn, zoals haar spulletjes bekijken en in handen houden.'

Sterfdag dochter valt samen met verjaardag kleinzoon
Henk vult aan: 'Toen ik met de vut ging, ruimde ik op het werk mijn spullen op. Op het prikbord hing een kindertekening van Hiske vol punaisegaatjes van alle verhuizingen op de werkvloer. Emotioneel is dat die tekening eraf te halen en mee naar huis te nemen. Tegelijkertijd is het fijn iets dergelijks van haar te hebben. We bewaren ook veel, misschien wel te veel. Maar alles heeft opeens zo'n waarde. Zuinig op haar spullen was ze, Hiske gooide niet snel iets weg. Haar broodtrommeltje van de middelbare school, de beker waaruit ze altijd karnemelk dronk, het is er allemaal nog. Waardevol voor ons en belangrijk voor Jelmer later, dat hij weet wie zijn moeder was. Om die reden hebben we Hiske's stem op het antwoordapparaat opgenomen. Dat doet je wel wat hoor. Het zijn juist die ogenschijnlijk kleine dingen waarin je haar zo kunt missen.' Greetje: 'In mijn wanhoop ben ik vaak van huis weggevlucht om er even uit te zijn. Heel wat kinderkleertjes heb ik gekocht voor Jelmer als troost voor mezelf. Confronterend was dan wel weer dat ik naar mijn idee overal moeders met dochters zag, samen met een kleinkind in de wandelwagen. Zo hadden wij ook moeten lopen, dacht ik dan opstandig. Maar je kunt de feiten niet veranderen.' 'Jelmer is een prachtig mannetje om te zien en om mee te maken. Hij komt hier regelmatig logeren en dan genieten we enorm van de gezellige drukte die dat met zich meebrengt. Wrang is het dat Hiske hem niet kan zien opgroeien en dat hij nooit zijn moeder zal meemaken.

Eerst overleven, dan verwerken
'Het eerste jaar ben je druk met overleven, kom je aan verwerken eigenlijk nog niet toe. Dat zagen we ook aan Harrie. Hij was zo druk met alles; zorgen voor Jelmer op de eerste plaats, en dan zijn eigen zorgen en verdriet nog. Zwaar was dat. Geweldig hoe hij van alle kanten hulp kreeg, maar uiteindelijk moet je het toch zelf zien te redden. Zijn emoties toonde hij niet zo; hij streven was vooral overeind te blijven en niet te klagen. Hij wilde ons ook niet extra met zijn verdriet belasten. In zijn ogen hadden wij het al moeilijk genoeg. Onderling hebben we een sterke band, dat is erg waardevol.' Inmiddels is Harrie getrouwd met Gerda. 'Dankbaar zijn we dat zij elkaar hebben gevonden. Alsof we er een schoondochter bij hebben gekregen. Natuurlijk, het is ook wel eens slikken, vooral omdat Jelmer haar als zijn moeder ziet. Tegelijkertijd is het ook heel mooi hoe het gaat tussen die twee. Gelukkig kunnen we open met elkaar praten en is er veel begrip over en weer.' 'Soms komen dingen ook op een bijzondere manier bij elkaar. Onze oudste zoon en zijn vriendin vertelden ons vlak na Hiske's crematie dat zij hun eerste kindje verwachtten. Ze vonden het heel moeilijk ons dat te vertellen. Een nieuw leven, zo pril nog, dat zich aankondigt. Mooi en tegelijkertijd voelde het zo verdrietig dat Hiske dit niet meer mee mocht maken. Deze gedachte wierp duidelijk een schaduw op de zwangerschap. Bovendien was het medisch gezien best spannend; onze schoondochter heeft een stollingsafwijking en werd hierom nauwlettend in de gaten gehouden. De zwangerschap verliep naar wens en er is een gezonde dochter geboren.'

Bewust van kwetsbaarheid
Jelmers verjaardag is natuurlijk altijd een dubbel moment; zijn geboortedag en Hiske's sterfdag. Toch doen we ons best om er voor hem een mooie dag van te maken met slingers en al. Feestdagen zijn sindsdien sowieso moeilijker voor ons gezin, er is altijd die lege plek. Slijten zal het misschien, maar weggaan doet het nooit. Een ding is zeker: je leven wordt nooit meer als voorheen. Je staat echt anders in het leven. Ik ben me meer bewust van de kwetsbaarheid van een mensenleven. Dat besef heeft sommige vriendschappen echt verdiept. Dankbaar voor wat er is en proberen toch ook verder te gaan, dat is wat we doen. Hiske zou niet anders gewild hebben, daar zijn we van overtuigd.'

Deze ervaringen illustreren hoezeer HELLP/pre-eclampsie voor de nabestaanden een boek is dat nooit gesloten wordt. Ook voor zorgprofessionals blijft het een ingrijpende gebeurtenis als een vrouw overlijdt aan de gevolgen van HELLP/pre-eclampsie. Verpleegkundige Maartje Rutgers maakte mee dat een moeder overleed: 'Je probeert te doen wat je kan, maar soms loopt het slecht af. Dat is verdrietig. Voor de direct betrokkenen natuurlijk, maar ook voor ons als afdeling. Zoiets raakt iedereen. Juist op dit soort moeilijke momenten is het belangrijk dat je op elkaar terug kunt vallen als team en elkaar kunt ondersteunen.' Maria V.: 'Als IC-afdeling voeren we in speciale gevallen zoals bij de man wiens vrouw is overleden, ook achteraf gesprekken met familieleden. Deze zogenaamde spiegelgesprekken vinden plaats in het kader van de kwaliteitszorg. Het ziekenhuis neemt het initiatief tot deze gesprekken. Bij dit gesprek is een vertegenwoordiging van het medisch team aanwezig: een IC-verpleegkundige, een arts, iemand van de teamleiding en een maatschappelijk werker. Gezamenlijk bespreken we wat er precies is gebeurd, hoe de familie de gang van zaken heeft ervaren, waar leerpunten voor ons zitten enzovoort. Het zijn voor ons erg nuttige en leerzame gesprekken, en voor familieleden is het ook waardevol, zo merken we.'

Al deze zorg en aandacht van de professionals maakt het verlies voor de nabestaanden wellicht wat dragelijker, maar zeker niet minder. Hiske's ouders pogen net als hun schoonzoon Harrie ondanks alles dapper door te gaan. Dat gaat niet vanzelf. Harrie zegt met nadruk: 'Of je er veel of weinig over vertelt, zegt niets over de impact op je leven. Het tekent je, het laat sporen na. In mijn leven maar ook in dat van mijn kind. Mijn nieuwe partner, mijn ouders, schoonouders en andere familie; iedereen heeft er mee te maken. Dat duurt een leven lang.' Hun instelling om het met elkaar te doen, hoe verschillend de beleving van het verdriet bij eenieder ook is. Die wilskrachtige houding dwingt respect af. Harrie: 'Ik denk dat we het daardoor gered hebben. Omdat we het wilden. Het gaat heus niet vanzelf. Genoeg moeilijke momenten die ik kan opsommen. Zoals die keer dat het thema van het programma Klokhuis de KEMA was. Stom toevallig keken we dit met de jongens. Jelmer riep meteen: 'Daar werkte mama Hiske.' Apetrots was hij. Geboeid waren ze door een item over hoogspanningskabels. Absoluut Hiskes onderwerp. Vreemd idee dat zij anders mogelijk in die uitzending had gezeten. Een brok in mijn keel had ik.'

Als naderhand de vragen van Jelmer komen, vanzelfsprekend en zonder enige schroom gesteld, dan worstelt Harrie met zichzelf. Jelmer laat zich hierdoor niet weerhouden en vraagt gewoon wat hij wil weten. 'Gelukkig maar', zo stelt Gerda. 'Hij heeft recht op antwoord en dat geven we hem zo goed en zo kwaad als dit kan.' Dat dit steeds beter gaat, verwoordt Harrie als volgt. 'Dat ik hier aan de keukentafel ben blijven zitten en niet wegliep voor mijn emoties, daarmee verbaas ik mijzelf.' Hij ziet het als een stap in een proces dat een leven lang duurt, want: 'Dit is zo immens. Dat kun je niet achter je laten. Ik zou het niet eens willen trouwens. Het is onderdeel van mijn leven, van ons leven.' Zo kan 'blijven zitten' een stap vooruit zijn. Zo wordt die zwijgt, uiteindelijk een spreker.



Naar boven