Featured

Borstvoeding na HELLP

'Als borstvoeding na HELLP goed gaat, zonder begeleiding, dan is dat eigenlijk een wonder'.
Borstvoeding na HELLP is geen vanzelfsprekendheid. Soms verloopt het goed, soms draait het op een teleurstelling uit. Op bezoek bij lactatiekundige en verpleegkundige Heleen Hilgers van Borstvoedingscentrum Amsterdam. Haar motto luidt: doe wat je zélf wilt!

Een praktijkruimte, ergens in Watergraafsmeer, Amsterdam. Smaakvol ingericht met grote banken met veel kussens. Er is een aparte spreekkamer met een gezellige houten tafel, een aankleedkussen om baby's op te verschonen en genoeg koffie en thee om nerveuze ouders op hun gemak te stellen. De collectie zwangerschapsbeha's en een wand met allerlei kolfapparaten en flesjes verraden dat het geen gewone winkel is. Dit is het borstvoedingscentrum Amsterdam, opgericht door Heleen Hilgers en Myrte van Lonkhuijsen.

Lactatieadvies op maat
Ze genieten inmiddels landelijke bekendheid met hun adviezen op het gebied van lactatie. Borstvoeding natuurlijk? 'Was het maar waar', lacht Heleen Hilgers, 'Als het zo simpel was dan bestonden wij niet. Het is net als met bevallen, dat gaat ook niet altijd vanzelf, daar moeten deskundigen ook de helpende hand bieden'. Ze vervolgt meteen: 'Mensen denken soms dat wij alleen maar vóór borstvoeding zijn. Zo is het niet. Als het kan, prima, geweldig, en dan dragen wij graag ons steentje bij om dat zo soepel mogelijk te laten verlopen. Maar wordt het een eindeloos getob waar vrouwen onder lijden, dan adviseer ik net zo goed over hoe je het beste op flesvoeding kunt overgaan. Vrouwen zijn soms zo gemotiveerd dat het ten koste van henzelf gaat. Wij streven naar een goed evenwicht tussen wat goed is voor moeder én kind.'

Zo, hier ligt meteen een interessant gespreksonderwerp op tafel. Immers, bij vrouwen die HELLP hebben doorgemaakt is het in veel gevallen niet eenvoudig borstvoeding op gang te krijgen. Er is namelijk sprake van een complexe aanvangssituatie. We zetten de feiten nog eens op een rij. Daarbij wel de aantekening dat de gemiddelde HELLP-patiënte niet bestaat en er dus geen algemeen gemiddeld beeld te geven is. Iedere situatie is weer anders.

HELLP en borstvoeding: geen vanzelfsprekendheid
Bij HELLP gaat het om een ernstig zieke moeder die in veel gevallen via een keizersnede is bevallen. Het kind kan te vroeg geboren zijn en/of en een groeiachterstand hebben. Dit zijn factoren die belemmerend werken op het geven van borstvoeding. Sommige kinderen hebben nog niet zoveel kracht om te drinken of zijn er simpelweg niet toe in staat. De medicatie die de moeder krijgt, bijvoorbeeld magnesiumsulfaat of andere medicijnen, kan via de borstvoeding bij het kind terecht komen. Dit kan betekenen dat de eerste, zo kostbare melk met afweerstoffen, moet worden weggegooid. Hoe dan ook is sprake van een panieksituatie waarbij medische zaken meer aandacht krijgen dan het op gang brengen van de borstvoeding. De zwangere vrouw is opeens patiënte geworden. Een totaal andere uitgangspositie dus in vergelijking met de gemiddelde vrouw die zonder ernstige complicaties bevalt. Verder zijn er natuurlijk nog de heftige emoties en gevoelens die dwars door alles heen lopen: angst, verwarring over wat er allemaal gebeurt, schuldgevoel van de moeder tegenover de baby. Tel daar nog eens bij op dat het herstel van een doorgemaakte HELLP zeer langdurig kan zijn en zie daar, de conclusie ligt voor de hand: De ziekte HELLP bevat genoeg ingrediënten om het geven van borstvoeding volledig te laten mislukken.

Kolven op de IC?
Heleen Hilgers knikt bedachtzaam. 'Het is HELLP-syndroom is natuurlijk een zeer uitzonderlijk ziektebeeld. Kenmerkend bij HELLP is dat de moeder levensbedreigend ziek is. Dat maakt het nog eens tien keer zo ingewikkeld om, als je dat wilt, met borstvoeding te beginnen. Ga maar na, je ligt met toeters en bellen op de IC, nog half van de wereld, en dan begint er iemand aan je lijf te sjorren en te zeggen dat je moet gaan kolven! Dat werkt natuurlijk niet. Overigens zeggen artsen en verpleegkundigen dit met de beste bedoelingen hoor, maar het effect kan averechts werken. Want hoe moet je dat doen, met soms alleen maar een polaroidfoto naast je bed, je kind op de NICU en jijzelf ook nog zo ziek en zwak. Dat is bijna niet op te brengen.'

Ze pakt een exemplaar van Inzicht en leest een passage voor uit een ervaringsverhaal: 'Ik moest zo snel mogelijk gaan kolven, maar dat lukte echt niet en het was ook zeer frustrerend om die kleine beetjes naar boven, naar de kinderafdeling, te brengen. Na een maand ben ik op aanraden van de kraamhulp met kolven gestopt en dat luchtte op.' Heleen Hilgers zucht. 'Ik krijg hier echt tranen van in mijn ogen. De dwang die die vrouw gevoeld heeft. Afschuwelijk. Hoe kun je nu veronderstellen dat de borstvoeding op deze manier goed op gang kan komen? Eerst wordt deze vrouw een positief einde van haar zwangerschap ontnomen doordat ze HELLP krijgt. Vervolgens moet ze mee in de dwang van het kolven, op straffe van een enorm schuldgevoel als het niet lukt. Triest. Het omgekeerde gebeurt natuurlijk ook. Een vrouw met HELLP die heel graag zelf wil voeden, en dat haar dat bijna tegengemaakt wordt door artsen en verpleegkundigen onder het mom van: doe maar niet, het kost je te veel energie. Dat klopt óók niet. In beide gevallen wordt de vrouw iets ontnomen, namelijk haar eigen inbreng om te doen wat zij zelf wil.'

Kijk naar wat haalbaar is
Heleen vervolgt, ondersteund met enthousiaste handgebaren, haar verhaal. 'De kunst is juist om zo'n vrouw op een heel andere manier te benaderen. Geef haar een steun in de rug, bemoedig haar om dat wat ze kan doen voor haar kind. Dat kán zijn in de vorm van borstvoeding, maar ook koestering, liefde geven en babymassage zijn van onschatbare waarde. Borstvoeding is natuurlijk fantastisch, iets wat je als moeder aan je kind kunt geven. De kunst is echter borstvoeding niet tot dogma te verheffen zodat vrouwen als het niet lukt met een gevoel van falen blijven zitten. Waarom niet veel meer contact maken met de vrouw én haar partner, over wat wél lukt.'

Positieve ondersteuning: geef vertrouwen
'Aansluiten bij de eigen wensen van de moeder en haar op een positieve manier steunen. Uitgaan van de kracht van de vrouw en benadrukken dat ze zélf invloed kan uitoefenen op de situatie. Dán ben je op de goede weg. HELLP maakt je als vrouw zo onmachtig. Het is de kunst een vrouw het gevoel van autonomie over haar eigen lichaam terug te geven. Dat betekent dat je iemand kunt aanmoedigen om te kolven of borstvoeding te geven, maar nooit moet dwingen. Wat zij zelf wil, is goed. Of dat nu borstvoeding, gekolfde melk of kunstvoeding is. Laat de stem van de vrouw zélf doorslaggevend zijn. Ik ben er van overtuigd dat dit ook bijdraagt tot een beter herstel, zeker ook in emotioneel opzicht. Immers, het gevoel dat je zelf ook nog wat te bepalen hebt, met alle ellende die over je heen komt, maakt dat je je sterker en weerbaarder gaat voelen. Je neemt een stukje van de regie weer in eigen hand.'

Kijk wat kan, in plaats van wat moet
'Kiest een vrouw bijvoorbeeld voor kolven en er komt maar 10 cc, nou, dan is het ook maar net hoe je daar mee omgaat als verplegend personeel. Je kunt iets uitstralen van: Tja, da's bijna niets, of reageren in de trant van: Nou, dat is toch maar mooi een geweldig begin! En al zou je alleen de eerste dagen maar wat geven, of een paar weken, of borstvoeding aangevuld met kunstvoeding, dat is toch ook mooi? Veel meer uitgaan van wat er kan, in plaats van wat er zogenaamd moet. Zo voorkom je een hoop narigheid en onterecht schuldgevoel. Want laten we wel reëel blijven: het is een wonder als borstvoeding na HELLP lukt, zeker als de begeleiding zo minimaal is. Hoeveel vrouwen tobben niet veel te lang thuis in hun eentje, verzwakt, nog lang niet de oude, en raken gefrustreerd als de borstvoeding mislukt. Dat óók al niet, weer een uitzondering. Terwijl ze zo graag gewoon willen zijn!'

Een verhaal uit de praktijk
Nog een citaat van een vrouw die HELLP heeft gehad: 'Ik kon bij de eerste geen borstvoeding geven en juist dít had ik me zo voorgenomen. Als ik dan toch nog iets als moeder kon doen! Daar ging ik met mijn 20 cc per dag. Vier weken volgehouden, kolven, flesvoeding, borstvoeding, en ik zag maar niet wat er met onze oudste gebeurde. Totdat de verpleging op de couveuseafdeling zei: 'Kom eens kijken, naar je zoon, naar jezelf.' Toen zag ik wat ik deed, bij de borstvoeding werden zijn lipjes blauw van zuurstofgebrek. Zoveel energie kostte hem dit. Toen knapte er iets van binnen en ben ik overgestapt op flesvoeding. Mijn moederband heb ik met babymassage, bijna een jaar lang iedere dag, proberen op te bouwen. Als compensatie.' Heleen is diep onder de indruk van dit verhaal. 'Het raakt me erg als ik zie hoe ontzettend gemotiveerd deze moeder is. Ze wil haar kind alles geven, ze doet er zo veel voor. Geweldig, die liefde die daarachter zit. En hoe prachtig dat ze via babymassage aan de totstandkoming van de band heeft gewerkt. Indrukwekkend.' Tegelijkertijd maakt ze een opmerking over de rol van de verpleegkundige. 'Er zit een suggestie in het geheel alsof de moeder dit kind iets aandoet, door geforceerd de borst op te dringen. Dat vind ik echt onzin. Wat hier meespeelt is iets heel anders: het op de juiste manier aanleggen van de baby. Zeker bij premature kinderen is dat essentieel. Maar ja, bij zo'n vroeg geboren kindje is er natuurlijk veel wat aandacht vraagt, en dan komt de borstvoeding er ook nog bij. Het is nu eenmaal een moeilijke uitgangssituatie. Een goede begeleiding op dit gebied is dan ook heel belangrijk. Juist ook in zo'n situatie kan een lactatiekundige een helpende hand bieden en advies geven. Verpleegkundigen kunnen wellicht in overleg met ouders een lactatiekundige raadplegen, wie weet of het dan misschien wél lukt. '

Geef vertrouwen en juiste voorlichting
Daarmee zijn we bij de kern van haar betoog beland. Twee belangrijke zaken keren steeds terug in het verhaal van de lactatiekundige: het vertrouwen van de moeder bevorderen, haar zelf de regie (terug)geven, en daarnaast het op een goede manier begeleiden van de vrouw. Voorlichting is daarbij cruciaal. 'Het liefst vooraf', zegt ze, meteen daarna zichzelf corrigerend; 'Maar ja, je weet van te voren niet dat je HELLP krijgt. Zoiets overvalt je heel plotseling. Oriëntatie vooraf is altijd nuttig, net zoals je ook op andere zaken voorbereidt. Maak eens een afspraak bij een lactatiedeskundige of volg een korte cursus borstvoeding. Na HELLP moet je je realiseren dat je al een enorme klus geklaard hebt en best wat hulp mag vragen, óók op het gebied van lactatie. Het is heel gewoon dat mensen struikelen, de kunst is ze weer op de been te helpen zodat ze zelf verder kunnen.' Heleen lacht breeduit. 'Vrouwen komen hier soms heel ongerust en tobberig binnen. Nadat ze hun verhaal hebben verteld en wat tips en vaardigheden hebben opgedaan, gaan ze vaak stralend en opgewekt de deur weer uit. Een verschil van dag en nacht! Dat gun ik vrouwen die HELLP hebben doorgemaakt ook, dat ze genieten van hun kind en van het voeden. Of dat nu uit de borst of uit de fles komt.'

Op de vraag of ze nog een laatste advies of hart onder de riem heeft voor de lezers, zegt ze zonder aarzelen: 'Wees niet te dapper en zoek hulp als je dat nodig hebt. Dat is heel normaal, zeker na HELLP. Vraag in het ziekenhuis of bij de huisarts naar een lactatiekundige. Informeer ook of deze ervaring heeft met te vroeg geboren kinderen. Dan weet je dat ze de benodigde kennis in huis heeft. Tot slot: wat je ook doet, wees er trots op!'

Dit interview verscheen eerder in Inzicht, een uitgave van de Stichting HELLP-syndroom.



Naar boven