Featured

Zo graag nog een kind, maar ook zo bang

'Je kunt googelen wat je wilt en praten met alles en iedereen, jijzelf neemt het besluit tot wel of geen abortus, niemand anders.' Een openhartig gesprek met Ineke, een vrouw die worstelde om de juiste beslissing te nemen over haar zwangerschap.

Een stille wens om nog een kind te krijgen. Diverse kinderspulletjes die altijd zijn bewaard voor 'het geval dat'. En dan, als je onverwacht zwanger bent, slaat de twijfel toe en overweeg je een abortus. Onvoorstelbaar? Ogenschijnlijk misschien. Hoe de angst voor HELLP iemand radeloos kan maken.

Een jaren dertig woning aan de rand van Arnhem, smaakvol ingericht met een mengeling van moderne en antieke meubels. Ineke is alleen thuis, beide zoons zijn op de buitenschoolse opvang en haar man is aan het werk. 'Ik ben echt de vrouw in huis, met al die mannen', lacht ze, terwijl ze haar shawl wat herschikt en haar rok gladstrijkt. 'Dat was misschien ook nog wel een reden dat ik heel graag een dochtertje erbij wilde. Eigenlijk mag je zoiets niet zeggen, zeker niet als je twee gezonde zoons hebt, maar ik heb besloten eerlijk te zijn, en dan hoort het uitspreken van deze gekoesterde wens er ook bij.'

Wens naar een kind, angst voor de zwangerschap
Het verhaal van Ineke en haar twijfels over het eventueel afbreken van haar zwangerschap kwam aan de orde in een NRC-artikel van eind november 2005. Dat artikel ging over de huidige wet- en regelgeving over abortus. De kern van dit stuk was dat er heel uiteenlopende redenen zijn voor vrouwen om al dan niet tot een abortus te besluiten.Daarnaast werd duidelijk dat geen van de geïnterviewde vrouwen het nadenken over en het eventueel uitvoeren van een abortus, onberoerd liet. Sommigen raken onbedoeld zwanger en achten zich om verschillende redenen niet in staat om voor het kind te zorgen, anderen zien bijvoorbeeld hun vaste relatie stuklopen en willen hun kind niet alleen grootbrengen. Zo heeft iedere vrouw haar eigen verhaal. Zo ook Ineke, die in de zomer van 2005 onverwacht zwanger bleek op haar 42e.

'Het kwam eigenlijk als een geschenk uit de hemel, zou je zeggen, totaal onverwacht nog in verwachting! En dat terwijl ik altijd graag nog een meisje wilde hebben en er stiekem op hoopte ooit nog eens zwanger te worden. Tegelijkertijd was er meteen een heel andere, zwarte kant aan de prille zwangerschap; een absoluut niet pluis gevoel dat me heel bezorgd en angstig maakte. Zou mijn lichaam deze zwangerschap wel aankunnen? Zou ik de zwangerschap wel overleven?'

HELLP als voorgeschiedenis
Deze sombere gedachten kwamen niet zomaar uit de lucht vallen. Ineke had al een aantal zeer moeilijke zwangerschappen en bevallingen achter de rug. 'De diagnose was indertijd weliswaar niet direct gesteld, (we spreken over ruim tien jaar geleden en een bevalling in een plaatselijk ziekenhuis, zonder specifieke kennis van de artsen over HELLP, red.) maar achteraf werd mij duidelijk dat ik het HELLP-syndroom had gehad, in vrij ernstige mate en met de nodige complicaties.'

Haar eerste zwangerschap liep uit op een ingeleide bevalling bij 37 weken, waarbij onder andere de ruggenprik niet goed geplaatst was. Ineke raakte tijdelijk verlamd vanaf haar borst en moest desalniettemin persen om haar zoon ter wereld te brengen. 'Op pure wilskracht en op basis van jarenlange zang- en karateles lukte het me om op mijn adem te persen, en ik was daarna totaal van de wereld. Het angstige was dat het leek alsof geen van de artsen in de gaten had hoe ziek ik was en hoezeer ik in nood verkeerde. De signalen die ik aangaf werden als 'onbegrijpelijk gezeur' afgedaan. En dat terwijl ik me helemaal voelde wegzakken, mijn bloeddruk onaanvaardbaar hoog bleek en ook mijn bloedwaarden niet in orde waren. Ik kan er achteraf nog niet bij hoe zeer de arts in feite de diagnose HELLP heeft gemist, met alle risico's van dien.

Het gevolg hiervan was wel dat ik een heel onveilig gevoel kreeg over zwangerschap en bevalling. Ga maar na, je hebt hele sterke gevoelens dat er iets niet klopt met je lijf, dat er iets heel ergs aan de hand is, en als je dat meldt aan artsen dan geven ze niet thuis! Het was alsof ik mijn eigen arts moest zijn; een diagnose stellen en tegelijkertijd moeten vechten voor mijn leven. Ik vrees dat ik daar een soort ultieme controleneiging aan over heb gehouden. Jezelf niet meer over durven geven aan artsen en voortdurend alert zijn op wat zich kan voordoen.

Dat uitte zich bijvoorbeeld ook toen onze oudste als baby ziek was en snel naar het ziekenhuis moest. Zelf was ik vanwege de nasleep van HELLP nog maar tot weinig in staat, maar ik heb simpelweg mezelf beter voorgedaan dan ik me voelde, puur en alleen om maar met hem mee te kunnen gaan naar het ziekenhuis. Na een aantal jaren durfden we toch weer een zwangerschap aan. Inmiddels woonden we in Arnhem en over HELLP was meer informatie beschikbaar. Mijn gynaecoloog verzekerde mij dat hij mij goed in de gaten zou houden en ik probeerde me zoveel mogelijk te ontspannen.

Vervelende omstandigheid was alleen dat ik me opnieuw bepaald niet optimaal voelde. Ik kreeg al snel last van krampen en samentrekkingen van mijn baarmoeder. Elke keer twijfelde ik of ik nog wel zwanger was. Ik heb een vermogen aan zwangerschapstesten uitgegeven in die tijd, maar de gynaecoloog zei steeds dat alles in orde was. Volgens hem was het in aanleg een tweeling geweest, en was één kindje al vroeg in de zwangerschap overleden. Dat verklaarde de krampen en samentrekkingen van de baarmoeder. Het vruchtje zou vanzelf wel door mijn lichaam worden afgestoten, zo verwachtte hij.'

De rest van de zwangerschap verliep moeizaam. 'Ik kwam meer dan dertig kilo aan, ik had een opgeblazen gezicht van het vocht vasthouden, mijn suikergehalte klopte niet, er zat eiwit in de urine en ik werd opgenomen met voortijdige weeënactiviteit. Kortom, het was een wonder dat ik het nog tot een termijn van 39 weken heb gered!'

Vechten om terug te komen in mijn lichaam
'Van de bevalling herinner ik me vooral de pijn en de onmacht die ik voelde, het volstrekt van de wereld zijn, en opnieuw, de ervaring alsof je voor je leven ligt te vechten zonder dat iemand echt in de gaten heeft hoe ziek je bent. Dat wil zeggen, de artsen merkten wel dat het niet goed ging en ze hebben heus hun best gedaan om mij en mijn kindje te redden, maar hoezeer het mis ging, het leek wel of ze dat niet zagen. Scherp in mijn geheugen staat nog de ervaring van uittreden uit mijn lichaam. Het was alsof ik van een afstandje naar mezelf zat te kijken. Op een gegeven moment kwam ik weer terug, het was een soort wilsbesluit om terug te komen. Ik kon mijn gezin toch niet in de steek laten?'

Eenmaal weer thuis knapte ze niet echt op. 'Ik moest natuurlijk herstellen na deze zware aanslag op mijn lichaam, maar er was meer aan de hand. Ik bleef een kramperig gevoel houden in mijn baarmoeder, alsof ik nog steeds weeën had. Daarnaast had ik continue een lichte verhoging. Het werd afgedaan als niets om bezorgd over te zijn, het zou vanzelf wel overgaan. In feite werd ik als zeurderig type neergezet en met een smoesje afgescheept. Het was toch goed afgelopen? We hadden toch een gezonde zoon? Nou dan! Ik durfde niet meer op mezelf te vertrouwen. Had ik het dan steeds mis? Klopte mijn intuïtie toch niet? Ik bleef twijfelen en ging op een gegeven moment zelfs aan mezelf twijfelen. Verbeelde ik het me maar? Was het een soort emotionele reactie op alle doorstane ellende van de afgelopen maanden? Ik wist het niet meer.'

Een enorme schrik
'Tot ik op een ochtend, zo'n drie maanden na de bevalling, naar de wc ging en er opeens allemaal stukken weefsel uit mijn schede kwamen. Het viel zo in de wc-pot. Rot weefsel, van een onbestemde kleur groen, vies, afschrikwekkend. Ik schrok enorm, wist niet wat te doen. In een reflex deed ik iets waar ik tot op de dag van vandaag spijt van heb; ik spoelde de wc door. Het was weg! Ik kon mezelf wel voor de kop slaan, maar het was en bleef weg. Ik meldde uiteraard bij de huisarts wat er was gebeurd. Hij deed een inwendig onderzoek en volgens hem was er niets meer aan de hand. De resten weefsel waren waarschijnlijk de restanten van het tweede kindje. Dat had blijkbaar al die tijd in mijn baarmoeder gezeten, het was dus ook niet met de placenta mee naar buiten gekomen. De gynaecoloog vertelde dat hij zoiets nog nooit gehoord had. Desalniettemin ging hij over tot de orde van de dag en zei mij op botte wijze dat ook maar te doen.

Daar zat ik dan, met opnieuw een vreemde ervaring die ik amper met iemand kon delen. Immers, wie had iets vergelijkbaars meegemaakt? Niemand die ik kende in ieder geval. Het voedde mijn eenzaamheid en mijn neiging tot voortdurende alertheid. Ik moest goed voor mezelf zorgen, een ander leek het niet te doen, zo was mijn ervaring inmiddels.'

Op eigen kracht vertrouwen
Schuilt er dan niets positiefs in al deze ervaringen? Zeker wel. Ineke heeft haar kracht leren kennen en weet dat ze als een tijgerin voor zelf en haar gezin kan gaan staan. 'Ik weet wat ik waard ben en probeer meer dan voorheen mijn eigen weg te gaan. Dat is niet altijd de gemakkelijkste weg, daar ben ik me zeer van bewust, maar wel de weg die me uiteindelijk het meeste oplevert. Dat 'iets opleveren' bedoel ik dan niet in materiële zin, maar meer in geestelijk opzicht. Ik ben me meer dan ooit bewust geworden van mijn intuïtieve, spirituele kant. Ik heb geleerd om op mijn eigen oordeel te vertrouwen, los van alle zogenaamd verstandige, rationele afwegingen die er te maken zijn. Dat besef maakt me rustig. Dat ik zover gekomen ben, geeft een bevredigend gevoel.'

Ineke zou deze nieuw verworven kwaliteiten nog al te hard nodig hebben in haar leven, zo bleek in de zomer van 2005. 'Ik had eigenlijk min of meer afscheid genomen van de wens om ooit nog weer zwanger te worden. Dit ondanks mijn diepe verlangen naar een dochtertje. Na rijp beraad waren mijn man en ik tot de conclusie gekomen dat het beter was om niet nog een zwangerschap aan te gaan. Het zou te riskant zijn voor mij, en mijn leeftijd van 42 speelde natuurlijk ook mee. De risico's op problemen zouden alleen maar toenemen.'

Onverwacht toch zwanger
Groot was de schrik dan ook toen de menstruatie opeens uitbleef en de zwangerschapstest positief bleek. Wat nu te doen? De verwarring was compleet toen Ineke bij zichzelf merkte dat ze ambivalente gevoelens had over deze onverwachte zwangerschap. 'Ik zat in tweestrijd. Ik wilde zo graag nog een kind, maar was ook zo bang. Het knaagde iedere seconde van de dag aan me. Intuïtief wist ik dat mijn lichaam dit niet aan zou kunnen, dat ik het niet zou overleven. Maar tegelijkertijd was daar die wens om dit nieuwe leven in mij een kans te geven en tot ontwikkeling te laten komen. Ik wist werkelijk niet wat ik moest doen. Op zoek naar de babyspulletjes die in dozen waren opgeslagen 'voor het geval dat', of bellen voor een afspraak met een abortuskliniek? Twee uitersten waartussen Ineke een keuze moest maken. Ze voelde zich erg alleen in die periode in haar leven.

'Mijn man, eigenlijk heel erg een gevoelsmens, reageerde in eerste instantie vanuit zijn gevoel, maar vervolgens ook nadrukkelijk vanuit de ratio. Zijn eerste reactie op de uitkomst van de test was: als het goed is dan laten we het komen, maar.... Denk wel even na wat dat voor jou gaat betekenen, zeker met je nieuwe werkkring, want ik heb ervoor gekozen om me meer op mijn carrière te richten en minder op verzorging. Dat kan nu ook, gezien de leeftijd van de kinderen. Als er dan weer een baby bijkomt, zal ik er natuurlijk wel voor zorgen, maar het zou zeker niet mijn eerste keus zijn. Hij was bezorgd dat een derde kindje ten koste zou gaan van mijn loopbaan, dat een zwangerschap een zeer zware belasting voor mijn gezondheid zou zijn, en daarmee een zware belasting voor ons gezin als geheel.

Zijn reactie sloot niet zo goed aan bij de heftige gevoelens die ik als zwangere toch al ervoer. Dat zorgde toch wel voor een verwijdering tussen ons en leidde tot fricties en onbegrip. Het maakte dat ik me nog meer op mezelf teruggeworpen voelde.' Het is even stil. Ineke slikt haar tranen weg en plukt een denkbeeldig pluisje weg van haar sjaal. 'Wat moest ik? Mijn lijf vertelde me dat het niet kon, nog een zwangerschap. Maar mijn hart zei me dat ik geen afscheid kon nemen van dit kindje. Ik voelde me in totale verwarring.'

Gemengde gevoelens
Ze belde voor een afspraak met een abortuskliniek, waar ze samen met een vriendin naar toe ging. 'Die autorit er naar toe was waanzinnig; we hebben gehuild, de slappe lach gehad, alle emoties kwamen eruit. Ik merkte dat ik niet zomaar tot een abortus kon besluiten, ik moest eerst alles goed op een rijtje zetten.' Een hulpverleenster van het FIOM hielp haar daarbij. 'In die gesprekken merkte ik dat het een eenzame beslissing is, die je met je hart moet nemen. Je kunt eindeloos googelen op internet voor meer informatie en praten met mensen wat je wilt, uiteindelijk ben jij degene die beslist.' Ineke besloot na veel wikken en wegen, ondanks alle risico's voor zichzelf, om de zwangerschap uit te dragen. Het lot besliste anders. Bij de eerstvolgende echo bleek dat het vruchtje niet meer leefde. 'Ik kreeg een curettage en dat was het dan. Dat voelde wel heel leeg toen ik nadien thuiskwam, en nog eigenlijk.'

Hoe kijkt ze nu, een half jaar later, terug? Met gemengde gevoelens, zo blijkt. 'Dat het een spontane abortus werd, is misschien een teken dat mijn lichaam het inderdaad niet aan kon. Of dat er iets met het kindje was natuurlijk. Voor mij is het een bevestiging dat het niet goed zat, dat mijn intuïtie klopte. Dat maakt het niet minder verdrietig overigens.

Minder snel oordelen
Ik heb geleerd om genuanceerder te denken over dingen en meer oog te hebben voor wat mensen beweegt om een keuze te maken. Het ligt meestal gecompliceerder dan je denkt. Mensen hebben hun oordeel vaak zo snel klaar. De keuze voor abortus kan ook een moedig besluit zijn, weet ik nu.'

Ook de opstelling van haar man probeert ze nu in een ander licht te zien. 'Mijn man heeft bij wijze van spreken alles op scherp gezet om mij mijn eigen afweging te laten maken. Hij wist dat hij de keuze uiteindelijk niet kon maken. Als vrouw kies je, het is jouw lichaam dat het kind moet dragen. Hij heeft zijn bezorgdheid om mij en ons gezin alleen op een heel onhandige manier geuit. Het effect was dat ik me afsloot van hem. We waren niet bij machte om er echt over te praten en mede daarom leidde de situatie tot een verwijdering tussen ons.'

Ineke zucht eens diep en glimlacht meteen daarna. 'Ik heb nu in dit interview misschien wel meer over mijn gedachten en gevoelens verteld dan dat ik dat in de afgelopen tijd in gesprekken met mijn man heb gedaan. Bijzonder is trouwens wel dat hij het juist heel positief vindt dat ik meewerk aan een interview. Hij is ook heel nieuwsgierig naar het resultaat. Voor mijn man en mij ligt er in ieder geval nog genoeg gespreksstof, dat moge duidelijk zijn!'

Dit interview verscheen eerder in Inzicht, een uitgave van de Stichting HELLP-syndroom.


Naar boven